inhoud | terug

 

Kleuren 1 - acc-codering

 

Kleurcodering

 

 

In oude beschrijvingen van kleuren wordt vaak uitgegaan van bepaalde basismaterialen die vanuit zichzelf bepaalde kleuren hebben. Kool, purper, oker dit zijn materialen welke altijd een zelfde soort kleur geven. Om kleuren bij te maken werd gebruik gemaakt van het vakmanschap van de verfmaker. Tegenwoordig kan met geselecteerde basiskleuren en een verfmengsysteem een bepaalde kleur steeds exact worden gereproduceerd. Dit zonder afhankelijk te zijn van de kunde van de verfmenger. Om dit systeem universeel te laten werken over de diverse verffabrikanten is een onafhankelijke codering bedacht. Dit is het ACC systeem. Het lijkt een beetje op wat de pantone waaier is voor de grafische drukker.

 

ACC staat voor Acoat Color Codification System. Het ACC-systeem gebruikt een wetenschappelijk raamwerk dat het mogelijk maakt elke denkbare kleurschakering nauwkeurig te benoemen en in een logische rangschikking te codificeren. Het rangschikt kleuren volgens hun drie voornaamste kenmerken, namelijk kleurtoon, verzadiging en helderheid, en kan het best worden verklaard door gebruik te maken van een driedimensionaal cilindermodel.

 

 

Kleurtoon

 

De kleurtoon verwijst naar de aard van de kleur, bijvoorbeeld rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Maar aangezien kleuren geleidelijk in elkaar overgaan, wordt de kleurtoon het best weergegeven in de vorm van een ononderbroken, aan het spectrum gerelateerde kleurencirkel. De cirkel is verdeeld in 24 sectoren. Aan elke sector is een letter van het alfabet toegekend. Elke sector is weer onderverdeeld in tien kleinere sectoren, genummerd van 0 tot 9, waardoor een hoge mate van verfijning wordt bereikt en men de keus heeft uit 240 schakeringen.

 

Verzadiging

 

De verzadiging van een kleur komt overeen met haar intensiteit of 'warmte'. Hoe hoger het kleurgehalte, des te groter is haar verzadiging. Hoe minder de kleur verzadigd is, hoe 'doffer' ze lijkt. De mate van verzadiging wordt gedefinieerd door de afstand van de as tot de buitenkant van de cilinder en wordt uitgedrukt in getallen op een schaal die loopt van 00 tot 99.

 

Helderheid

Alle kleuren variëren van licht naar donker. De mate van helderheid wordt gedefinieerd door de afstand van 00 tot 99 langs de centrale as. Zwart, het minimum aan helderheid, heeft de code 00, en wit het maximum, is met 99 gecodeerd.

 

Codering

Op grond van haar plaats in het systeem, wordt aan iedere kleur een code toegekend die in de eerste plaats de kleurtoon herkent, dan de verzadiging en tenslotte de mate van helderheid. L8.10.60 bijvoorbeeld, is een kleur in de groene sector (L8) met een lage verzadiging (10) en een zeer grote helderheid (60).

 

 

 

inhoud | terug | top